
Bianca Toeps over haar boek ‘Maar je ziet er helemaal niet autistisch uit’
‘Maar je ziet er helemaal niet autistisch uit’ is een compliment dat me ambivalent stemt. Moet ik daar blij om zijn? Ben ik dan niet geloofwaardig als autist?
Ik hou al langer een blog bij en een uitgever benaderde me of ik geen boek wilde schrijven. Dat liep later spaak. Ze vonden de stijl te bloggerig en ik wilde de flauwe woordgrappen er wel in houden. Een vriendin adviseerde me om het manuscript naar een andere uitgever te sturen. Ik ben niet iemand om te gaan leuren maar Blossom Books reageerde meteen enthousiast.
Autisme wordt meestal geassocieerd met gevoelsarmoede. Dat vind ik super pijnlijk. Het is niet zo dat autisten zich niet kunnen inleven, of gevoelens van anderen niet begrijpen.
Neurotypisch
Autisme is een probleem in het verwerken van prikkels. Overprikkeldheid maakt dat je dichtslaat en niet meer in staat bent te reageren, of juist op hol slaat. Het is anders dan ADHD. Dat zijn volgens mij meer prikkels van binnen naar buiten, bij autisme gaat het om prikkels van buiten naar binnen. ADHD’ers zijn ook vaak lastig gezelschap voor mij als autist.
De neurotypischen zijn in de meerderheid en die bepalen de sociale regels. Die kunnen zich beledigd voelen om iets wat de waarheid is. Daar zijn ook wel autistische grappen over: 90 procent van de mensen liegt en kan niet tegen de waarheid. En dan hebben wij een stoornis?
In mijn boek reageer ik kritisch op actrice Romana Vrede die in de krant vertelde hoe ze haar tweejarige autistische zoon met z’n vingertjes tussen de deur liet komen om een reactie los te krijgen. En die dan zelf medelijden verwacht voor haar lot als moeder. Haar zoontje heeft anders dan ik ook een verstandelijke beperking, maar ik identificeer me wel met hem als autist.
Ik had het mijn ouders niet in dank afgenomen als ze mijn meltdowns via internet hadden gedeeld.
Onafhankelijkheid
Mijn liefde voor Japan heeft te maken met de sociale omgang die daar anders is, de rustiger aard van de Japanners. Zo is, anders dan hier, wegkijken niet onbeleefd maar respectvol. Maar het zit hem ook in de overzichtelijker samenleving, het openbaar vervoer dat strak georganiseerd is. Plus is het fijn dat de Japanners, anders dan de mensen hier, niet verwachten dat ik alles begrijp. Ze zien in mij een westerling, een alien die hun regels niet kent.
Dat onder autisten meer transgenders zijn, of biseksuelen, komt denk ik omdat de sociale regels voor autisten niet vanzelf spreken. Daardoor voel je je ook vrijer om je leven zelf vorm te geven.
Wij autisten ervaren alles steeds als nieuw. Een autistische kennis van mij werkt bij de veiligheid bij Shell omdat hij heel goed de fouten in het systeem oppikt waar iedereen overheen kijkt. Die frisse blik is winst in dat geval, maar is ook dodelijk vermoeiend natuurlijk. Waar anderen niet meer door geprikkeld worden, komt bij een autist steeds weer binnen.
Ik heb rond mijn boek één lezing gedaan en één talkshow. Dat was heftig. Het voelde alsof iedereen aan me wilde zitten. Ook voor zo’n interview als dit word ik wakker met de gedachte dat ik zo wel moet gaan praten. Na afloop stuiter ik de dag door. Maar ik krijg positieve reacties op het boek, bijvoorbeeld van ouders die mailen dat ze hun kind nu beter begrijpen. En wat ik ook erg leuk vond was dat radiomaker en Disneygek Michiel Feenstra twitterde dat je bijzondere interesses volgen zoals hij doet, inderdaad gelukkig maakt.