
Bianca is autistisch: De diagnose werd vrij laat gesteld
Deze week is het Autismeweek (tot en met 6 april) en vandaag is het zelfs Wereld Autisme Dag. Bianca Toeps (34) is autistisch en schreef het boek Maar je ziet er niet autistisch uit. Daarin rekent ze af met de vooroordelen over autisme. “‘Autisme is toch dat je supersnel kan uitrekenen dat 7 augustus 1984 op een dinsdag viel?’ Nou… nee.”
Bianca is fotograaf en websiteontwikkelaar. “Als ik een fotoshoot heb gehad met veel prikkels, sluit ik me daarna op in een donkere, stille kamer. Dat heb ik echt nodig om bij te komen.
Prikkels
Mensen denken bij autisme vaak aan zo’n stereotype autist als Sheldon uit de Amerikaanse serie The Big Bang Theory; zo’n cliché nerd. Ze denken dat iedere autist zo is. Maar autisme is vooral een probleem hebben met prikkelverwerking.
Ik houd van structuur, logica en voorspelbaarheid. Niet van verrassingen. Ik deel mijn dagen zo zorgvuldig mogelijk in. En dat betekent soms dat ik niet meega naar een feestje of een musical.
Vriend
Vroeger liet ik me vaker overhalen. Een kind leert dat hij alles maar moet kunnen, maar dat kan niet altijd. Ik ben snel overweldigd door geluid en beelden. Inmiddels ben ik op een leeftijd dat ik weet wat ik wel en niet aankan en kost ‘Nee’ zeggen minder moeite. Anders betaal ik de volgende dag de rekening.
Mijn vriend houdt me goed in de gaten. Als hij ziet dat het te veel wordt, grijpt hij in. Dan informeert hij: ‘Gaat het?’. En dan gaan we kijken wat ik echt moet doen en wat ik kan laten zitten. Een al te volle agenda werkt niet voor mij. Als ik te veel in mijn hoofd ga zitten en ga piekeren weet ik dat ik gas moet terugnemen of uit de situatie moet stappen.
Prikkelarm
Ik woon ook in een huisje van slechts 24 vierkante meter, met niet al te veel rommel. Dat is lekker prikkelarm en overzichtelijk. Over mijn autisme ben ik open. Ik blog er ook over. In het begin vond ik dat wel spannend, omdat ook opdrachtgevers dat lezen die mij inhuren.
Maar ik krijg juist veel fijne reacties en het is niet minder druk geworden, ik heb nog altijd werk genoeg. Autisme werkt ook in mijn voordeel; ik kan mij goed focussen op details waardoor het beter wordt.
Hoogbegaafd
Ik was 25 toen ik de diagnose kreeg, vrij laat dus. Een vriendin herkende veel van wat ik schreef en vertelde, en opperde dat ik, net als zij, misschien ook autisme had. De huisarts verwees mij door naar een Autisme Team van de GGZ, en daar kreeg ik na een uitgebreid traject, waarin ze ook mijn moeder en toenmalige partner spraken, de diagnose.
Toen ik 7 was zijn mijn ouders gescheiden en dacht men eerst dat het door de scheiding kwam dat er ‘iets’ met mij was. Later werd gedacht aan hoogbegaafdheid.
Pijnlijk
Ik begreep sommige huisregels niet. Als er maar twee paar schoenen in de gang mochten staan en er kwam visite dan snapte ik niet waar die schoenen moesten staan, dan was ik in de war. En zo waren er voor mij meer ‘uitdagingen’.
Ook begreep ik mijn ouders niet zo goed en zij mij niet. Ze dachten: ‘Ze is toch slim, waarom doet ze dan zo?’.” Ik was een nerd, een studiebol. Maar soms was ik moe en overprikkeld en dachten mijn ouders dat ik expres zo deed. Dat maakte het voor mij pijnlijk.
Ik denk dat vooral mijn vader zich weleens zorgen maakte over mijn toekomst, temeer omdat ik drie opleidingen niet afmaakte. Hij wilde natuurlijk het beste voor mij en zag niet zo goed waar ik heenging. Maar soms is een beetje vertrouwen in je kind op zijn plaats.”